CAMPERSITE.BE

Hét forum in verband met Motorhomes
Het is nu 28 maart 2024 15:10

Alle tijden zijn GMT [ Zomertijd ]


Forumregels


Klik hier om de forumregels te lezen.




Plaats een nieuw onderwerp Antwoord op onderwerp  [ 17 berichten ] 
Auteur Bericht
 Berichttitel: Op verkenning door Zuid-oost Europa : Slovenië en Kroatië
BerichtGeplaatst: 17 apr 2014 22:02 
Offline
+2000 Postings
+2000 Postings
Avatar gebruiker

Geregistreerd: 22 okt 2005 18:38
Berichten: 2806
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Op verkenning door Zuid-oost Europa : Slovenië en Kroatië

Zaterdag 12 april

Vanmorgen na het ontbijt om een uur of 9, vertokken met een goede 50m zicht door een dikke mist. Gelukkig duurt dat niet lang en eens de kilometers afgemaald richting Nederlandse en vervolgens Duitse grens, komt de zon tevoorschijn. Gezien dit de start van de 2e week van de paasvakantie is, vreesde ik een beetje voor het verkeer richting Oostenrijk, door late ski-adepten. Maar dat valt vrij goed mee, het is druk maar doenbaar, alleen aan enkele wegversmallingen bij werken stropt het een beetje op. Juist voorbij het vliegveld van Frankfurth stop ik voor het middageten, de parking ligt blijkbaar in het verlengde van de startbaan want er komen heel wat opstijgende vliegtuigen over. Even later ben ik weer op weg, het wordt nog iets drukker en éénmaal is er enkele kilometers file met stilstaand verkeer, doch alles verloopt vlot en het weer is nu zo goed dat er met open raampje gereden kan worden. Voor Nürenberg stop ik even voor een tankbeurt en nadien nog, voorbij die stad nog een keertje om te kijken naar een geschikte overnachtingplaats voor vanavond. Het wordt Campingplatz Kratzmühle in het Natuurpark Altmühlthal, waar ik met mijn ACSI kaart terecht kan voor 16€ voor een nacht. De camping ligt pittoresk naast de Altmühl rivier, en ik rijd er heen over een houten brugje naast de waterwerken. Na de check in neem ik een kijkje bij de oude waterwerken met dammen, en sluispoorten die het water regelen met houten panelen in ijzeren kaders die door middel van contragewichten omhoog of omlaag gedaan kunnen worden, via enorme raderwerken, om meer of minder water door te laten. Ik ontdek in het oude gebouw van de maalderij ook een restaurant en kijk alvast even op het menu dat uithangt wat er zoal voor handen is en wanneer. Het blijkt een Duits -Grieks restaurant te zijn met specialiteiten van de beide landen. Tegen 7u keer ik er terug voor een mixed grill op zijn Grieks; souflaki, gyros, tzaziki, lamskoteletje, salade en rijst. Gevolgd door een gemengde ijsbeker. De eerste dag zit er daarmee op als ik onder een heldere hemel terugkeer naar de camper.

Zondag 13 april

Vanmorgen geen haast om te vertrekken, vannacht zijn er enkele buien gevallen, maar nu is het droog, wel met meer bewolking dan gisteren. Op de weg is het een stuk rustiger, zonder vrachtverkeer en het duurt dan ook niet lang of ik kom in het bereik van de Oostenrijkse grens. Eerst nog even een Oostenrijks wegenvignet kopen en tegelijkertijd ook dat van Slovenië, al zal ik daar in principe weinig of geen gebruik maken van autosnelwegen. In de buurt van Flachau zie ik dan de eerste skipistes opduiken, en al ligt er nog wat sneeuw, toch niet genoeg om er nog op te skiën. Een enkel bolletjeslift naar hogere regionen is echter nog in werking en dus vermoed ik dat er hogerop nog wel enkele mogelijkheden zijn. Nog een korte stop voor het middageten met zicht op de besneeuwde bergtoppen, en nog 2x tol betalen voor tunnels, en dan rijd ik de Karawankentunnel door, een +/- 8km lange tunnel met tweerichtingsverkeer die me ondergronds in Slovenië brengt. Geen douaneformaliteiten gezien Slovenië net als Kroatië tot de Schengen zone behoort en dus verloopt dat heel vlot. Enkele kilometers verder meld ik me aan op Camping Kamne in Dovje aan de voet van de Julische Alpen. Voor 10,11€ heb ik een plaatsje met elektriciteit en gratis Wifi en een prachtig panorama. De dame aan de receptie bevestigd me echter ook een probleempje dat ik gisterenavond in mijn reisgids ontdekte, de Vrsicpas die me morgen van Kranjska Gora naar Trenta en verder naar Bovec moet brengen is nog afgesloten wegens de sneeuw. Er zit dus niets anders op om mijn planning aan te passen en via Italië en de Passo del Predil naar Bovec te rijden, die gelukkig al wel open is, qua kilometers maakt het eigenlijk niets uit. De Vrsicpas en diens bezienswaardigheden houdt ik dan wel als extra voor op het einde van de reis. Voor het eerst vandaag breekt de zon door de wolken en zet alles in een gouden gloed, terwijl ik mijn avondeten klaarmaak.

Maandag 14 april

Vanmorgen is van bij het ontwaken de zon al van de partij, na de douche en het ontbijt begin ik na 2 “transitdagen” nu aan het ontdekken van het land zelf. Zoals gisteren al opgemerkt komt de planning al direct in het gedrang, ook de Vratavallei zou volgens de laatste informatie gesloten zijn, doch ik besluit van toch een kijkje te gaan nemen. Deze route loopt slecht een 10-tal kilometer het Triglav National Park in, dus ik zie wel hoe ver ik geraak. Na een beetje zoeken in het dorpje Mojstrana vind ik de juiste route, een bord verboden toegang (rode cirkel met geel van binnen) staat aan de kant van de weg, maar de lokale mensen ter plaatse, doen teken dat ik door kan, wat ik dan ook doe. Ik volg de azuurblauwe Bistrica rivier door het prachtige dal, hier en daar duikt er langs de weg een plak sneeuw op. Hoger op de wanden ligt er in de geulen nog meer. Mijn eerste stop brengt me aan de Slap Pericnik, ( slap = waterval). Die is van op de weg al mooi, en via een steil wandelpad kom ik tot de voet van de waterval en zelfs er achter. Gezien het water overal van tussen het gesteente van de overhangende rots druipt, blijf ik er niet al te lang staan, maar haast me naar de andere kant. Hier loopt er wederom een steil pad naar beneden, met verschillende uitzichtpunten op de waterval. Het is oppassen geblazen de afgevallen bladeren van afgelopen herfst en winter op het pad maken het erg glad. Doch ik raak heelhuids terug beneden, zij het een beetje nat. Ik zet mijn route verder die ondertussen onverhard is, tot aan een helling waar een bordje 25% aangeeft, ik zet de camper maar ineens in zijn veldversnelling en begin aan de klim. Omdat er hier ook gewone auto’s door komen hebben ze de zwaarste stukken van de helling toch maar geasfalteerd. Veel ruimte is er echter niet met een wegbreedte van 2,5m, hopen dat we niet teveel tegenliggers tegenkomen! Dat blijkt goed mee te vallen, naarmate ik hoger kom begint de sneeuw zich meer en meer te manifesteren. De weg is wel geheel vrij gemaakt, maar de velden en bossen er rond zijn nog van redelijk veel sneeuw voorzien. Langs de vallei rijzen de scherpe pieken van de Julische Alpen op, grijze gekartelde punten bevlekt met witte sneeuw. Op het einde van de weg nabij Aljazev Dom ligt alles nog onder een halve meter dikke sneeuwlaag. De hutten, hotels en infobalies zijn nog allen gesloten, de wandelpaden zijn nog niet begaanbaar. Voor mij torent de Triglav met zijn 2864m de hoogste berg van Slovenië, nog een goede 1850m boven mij uit. Ik maak nog even een praatje met een ouder Duits koppel alvorens ik op mijn stappen terug keer.
Het gaat nu verder langs de vallei van de Sava Dolinka naar Kranjska Gora en podkoren, welbekend onder de liefhebbers van de wereldbeker reuzenslalom en het skispringen, maar ook de gemiddelde skiër kan er in de winter terecht voor enkele kilometers pistes. De liften liggen nu bij gebrek aan sneeuw echter stil, maar het blijft een alleraardigst dorp. Eens de zomer wat verder door zet zullen wandelaars, klimmers en paragliders de plaats innemen van de wintersporters, nu is het er echter heerlijk rustig. Ik neem de afslag naar het Jasnameer, tevens de route naar de Vrsic pas, en stop bij het idyllische meer waar enkele mannen bezig zijn het meer van extra vis te voorzien. Ook hier weer kristalhelder turkooizen water, waar je alleen al door ernaar te kijken kou van krijgt. Aan de rand van het meer staat het standbeeld van een gems, wiens (gouden) hoorns volgens de legende de sleutel tot een grote schat zouden zijn. Die uiteraard nooit werd gevonden en dus nog beschikbaar is. Volgens de visuitzetters zou de Vrsic pas dan toch open zijn, en ik wil dat maar al te graag geloven en zet mijn weg dus verder, doch al gauw is de weg afgesloten, een meertalig bord laat er geen twijfel over bestaan, de weg is versperd door sneeuwlawines.
Dan maar naar het Italiaanse Noord Tarvisio en vervolgens via de Passo del Predil opnieuw Slovenië binnen. Hier alleen sneeuw op de bergtoppen, maar wel heel wat haarspeldbochten en even voorbij de verlaten douanekantoren een ruïne van een fort. Deze hele regio werd geteisterd door heel wat oorlogen, van de Napoleonitische- over WWI & II tot de meeste recente bij het uiteenvallen van Joegoslavië. De bergen hier zijn dan ook bezaaid met relicten uit al deze oorlogen. De weg loopt op een gegeven moment midden door een versterkte burcht door, in de kloof onder de weg werden de beenderen van talloze slachtoffers van de Napoleonitische oorlog begraven volgens de informatieborden ter plaatse, een groot triangel vormig gedenkteken met een grote leeuw ervoor, eert een Oostenrijkse ingenieur en de gevallen soldaten. In de buurt van Strmec na Predelu stoot ik op het Trdnjava Kluze, een stevig fort met bijbehorende tunnels in de omringende bergen. Ik ga er op verkenning en loop er tegen een bus Belgische toeristen aan. De versterkte burcht werd hier aan de strategische Soteska Koritnice in Kluska Korita (kloof) gebouwd. In Bovec kom ik uiteindelijk terug op de origineel geplande route en rijd ik verder richting Kobarid, ik zoek er tevergeefs naar de Slap Kozjak (waterval) en krijg in plaats daarvan zicht op enkele kerken gebouwd op eenzame heuveltoppen. Verder langs de Soca vallei richting Tolmin en Kanal ob Soci dan, in dit laatste dorpje is er een Napoleonbrug over de Soca die hier ingebed ligt in een kalkstenen kloof. Van het oorspronkelijke kasteel lijken alleen nog wat versterkte muren over te zijn. Alvorens naar Nova Gorica te rijden, maak ik nog een zijsprongetje richting Dobrovo om er een kijkje te nemen bij het middeleeuwse kasteel.
Even buiten Nova Gorica ligt mijn camping voor vannacht, Camp Lijak in het dorpje Sempas waar ik hartelijk ontvangen wordt door de jonge eigenaars. Deze camping bestaat bij gratie van de vele paragliders die hier blijkbaar de ideale omstandigheden vinden. Even later wordt ik uitgenodigd door een Engels koppel uit Cambridge, om samen met hen de lokale wijn en worst te proeven aan hun camper. Na het uitwisselen van wat reiservaringen en genieten van de lokale specialiteiten is het hoog tijd om aan het avondeten te beginnen. Het is ondertussen al helemaal donker geworden en in de verte weerlicht het. Enkel uurtjes later breekt het onweer boven de camping los met donder, bliksem en wat regen.

Dinsdag 15 april

Het is vannacht dan wel gestopt met regenen, maar vanmorgen wordt ik gewekt door windstoten die de camper door elkaar schudden. Als ik even een rollo open zie ik echter een stralend blauwe hemel, dus dat ziet er goed uit. Al gauw ben ik dan ook weer onderweg na de obligate douche en het ontbijt. Eerste stop wordt het dorpje Vipavski kriz, een ommuurd middeleeuws stadje, gebouwd op een heuveltop. Ik wandel er door de nauwe straatjes, waar zelfs geen auto door kan, neem een kijkje bij de ruïne van het kasteel, waarin gedeeltelijk een school huist, en de Gotische kerk en kuier door en vervolgens rond het dorpje. Vervolgens gaat het richting Zemono Slot een versterkte vesting die meer van een ommuurde villa weg heeft en waarin heden ten dage een (naar het eruit ziet duur) restaurant gevestigd is. Even verder ligt Vipava waar er hoog op de heuvel boven het dorp ook een ruïne van een kasteel prijkt. Meer dan een deel van een toren en een enkele muur is er echter niet te zien van hieruit. Ik maak dan een zijsprongetje naar Stanjel voor het gelijknamige kasteel, een vrij plomp gebouw met vier hoektorens en ook voorzien van een restaurant.
Vervolgens staan op de planning enkele grotten, niet dat ik die allemaal ga doen, maar omdat er dan opties zijn om een keuze uit te maken, gezien deze allen met vaste gegidste bezoeken zijn, op welbepaalde uren. Het komt nu zo juist uit dat ik op tijd in het Park Skocjanske Jama kan zijn voor een bezoekje aan de Skocjan grotten, volgens de reisgidsen veruit de meest interessante van zowel het land als van Europa. Ze staan zelfs op de werelderfgoed lijst van Unesco. Ik sluit me aan bij de toer van 13u die een 2-tal uur in beslag zal nemen. Ik profiteer van de wachttijd om een wrap met rundsvlees te eten als middagmaal. De toer begint met een wandeling van een kwartier naar de grotten, eens in de grot (waar je natuurlijk weer geen foto’s mag nemen of filmen), heb ik de eerste moment de indruk dat we er gaan doorgejaagd worden. We gaan zonder enige informatie voorbij aan een zaal met toch wel knappe stalactieten en stalagmieten formaties. We hebben trouwens geluk want de grotten waren tot gisteren gesloten voor renovatie van de wandelpaden, verlichting en handrelingen. We krijgen de nieuwe outfit van de grot dus in première te zien. Gelukkig krijgen wat meer info als we in de zogenaamde Stille Grot (Tiha Jama) komen. In het eerste deel zijn er niet zoveel stalactieten en stalagmieten omdat 12000 jaar geleden de zoldering tijdens de ijstijd naar beneden kwam, en gezien die dingen maar groeien a rato van 1cm/100jaar zijn het dus allemaal nog “jonge” exemplaren in dit deel van de grot. We blijven maar verder naar beneden gaan tot we zo’n 80m onder het oppervlak zitten en er dus evenveel meters rotsen boven ons hooft hangen. Er duiken weer meer druipsteenformaties op en dan komen we in de grote zaal (Velika Dvorana), 120m lang, 60m breed en 30m hoog. Erg indrukwekkend, maar het echt mooie stuk volgt nu, als we de grote hal verlaten klinkt plots het geklater van een rivier. De Reka (Sloveens voor rivier) komt ons tegemoet gestroomd in de Müllerzaal en verdwijnt links in een prachtige spelonk die helaas alleen toegankelijk is voor speleologen. Hoog boven de rivier lopen we over het wandelpad met in de diepte het voortrazende water. Een 45m hoge brug geeft ons een inkijk op de nauwe spleet waarachter het grottenstelsel nog ettelijke kilometers verder loopt. Beneden in deze ondergrondse canyon zien we nog de resten van het allereerste wandelpad dat in de jaren ’30 werd aangelegd, maar zo dicht bij de rivierbedding gelegen was, dat het te veel onder water kwam te liggen. Dat ook het nu hoog gelegen wandelpad geen soelaas brengt bij super hoge waterstanden, werd bewezen toen in september ’65 het waterniveau zo hoog kwam te staan (90m op 2 dagen!) dat de ganse “Murmelende” grot onder water kwam te staan. Blijkbaar is men toch nog niet geheel klaar met de werken en daarom moeten we uitzonderlijk een stuk over het oude wandelpad tot aan de rivierbedding voor het laatste stukje van de grot. Wederom een primeur! Jammer dat er niet mag gefotografeerd worden, want vooral de ondergrondse canyon vond ik toch wel heel indrukwekkend, en ik heb op mijn reizen ondertussen toch al wel wat grotten gezien. Ook eens je uit de grot komt zijn er echter nog mooie plaatjes te schieten, waar de Reka de grot instroomt is er een klein keteldal, volledig afgesloten door hoog oprijzende wanden, de rivier stort er in neer via een waterval. Langs een in de rotswand uitgehakt pad wandelen we voorbij enkele andere grotten van het stelsel en zo naar een tandradbaantje dat ons weer naar het visitor center brengt.
Het was een mooie ervaring, maar daarmee is het ondertussen al 10 voor 3 geworden en ik heb nog een hele weg te gaan. Ik volg de Kozani route met een eerste mooi uitzicht over de Adriatische zee in de verte en sla dan af naar Hrastovlje, waar er het kerkje van de Heilige Drie-eenheid te zien is, het kerkje werd in de 16e eeuw voorzien van verdedigingsmuren met hoektorens maar vooral het interieur moet de moeite waard zijn met alle wanden en plafond die bedekt zijn met fresco’s van verhalen uit het nieuwe testament. De bijbel in stripverhaal, zo je wil. Doch dit laatste kan ik alleen lezen in mijn reisgids omdat ik voor een gesloten deur sta, wegens dinsdag sluitingsdag. Al de ganse dag rijd ik tussen wijnvelden door en bij elk huis staan er wel enkel fruitbomen in volle bloei, je kan hier trouwens ook een wijnroute volgen, regelmatig kruis ik de wegwijzers naar weer een wijnboer. Ik rijd nu echt richting kust, en zal die de eerste weken wel blijven volgen, zij het voor een groot deel in Kroatië. Daar zal ik echter vandaag niet geraken, gezien ik nog de stad Koper met een bezoek wil vereren en vervolgens ook nog Izola.
In Koper vind ik een parkeerplaats (gratis, wegens parkeermeter buiten werking) op wandelafstand van het oude centrum. Langs de waterkant stoot ik op een eerste mooi gebouw en vervolgens loop ik onder de gewelven van een oud zoutpakhuis door naar het Carpacciov trg waar een zuil staat met een beeld van Justinus erop ter nagedachtenis van de Slag bij Lepanto waar in 1571 de Osmaanse Turken werden verslagen. Via de Kidriceva ulica gaat het dan de stad in, voorbij het St. Nicolas kerkje en langs het Tottopaleis, waar alleen het reliëf van een gevleugelde Venetiaanse leeuw erop wijst dat het een bijzonder gebouw is. Het bas reliëf is oorspronkelijk afkomstig uit het Middeleeuwse Fort van Koper, recycleren noemt men dat tegenwoordig… . In dezelfde straat zijn er ook enkel prachtige middeleeuwse panden te bewonderen en nog wat verderop het Belgramon-Taccopaleis recht tegenover een gezellig pleintje met terras. Hier wijst tenminste de gevel al uit dat het toch om meer dan een gewoon groot huis gaat. Titov trg ligt pal in het midden van het centrum en wordt langs alle kanten omgeven door Venetiaans-gotische en renaissance gebouwen. Het meest opvallende is wel het Paetorenpaleis dat er als een waarachtig kasteel uitziet op kleinere schaal. Aan de overzijde is er een loggia met sierlijke arcades waarin nu een café en een galerie gevestigd is, ook dit was voorheen een paleis. In het voormalige arsenaal is tegenwoordig het gemeentehuis gevestigd, met er recht tegenover de kathedraal. Ik struin nog wat door de smalle straatjes en geniet van de geuren en kleuren om me heen.
Uiteindelijk keer ik op mijn stappen terug naar de camper en rijd richting Izola. In tegenstelling tot Koper heeft deze stad niet zoveel te bieden maar ik neem er toch een kijkje en vooral de gerenoveerde waterkant met de vele restaurants en cafés met terrasjes zien er best gezellig uit. Bij het binnenrijden van de stad merkte ik al het Autocamp Jadranka op, de plaats die ik uitkies om te overnachten. Vrij dicht op elkaar gepakt met (lege) vaste caravans, maar het is dat of de camperparking enkele 100-den meters verderop aan de drukke haven. Dacht ik eindelijk een keertje uit eten te gaan, blijkt het bijbehorende restaurant toch om 19u00 dicht te zijn zeker. Ik heb echt de puf niet meer om te voet terug te keren naar de stad om daar te gaan eten en warm dus snel maar zelf wat op.

Woensdag 16 april

De nacht is goed meegevallen, het straatlawaai hield even na 22u zo goed als op, en de vrees voor een luidruchtig nacht was daarmee bezworen. Vanmorgen een stevige wandeling naar het andere eind van de langgerekte, smalle camping om te gaan douchen, voor 1€ wil de kuisvrouw de douches wel open doen! Na het ontbijt nogmaals diezelfde route om te vragen of ze mijn elektriciteitskabel alsjeblief willen bevrijden uit de afgesloten schakelkast. Terwijl ik daar op wacht loos ik alvast het grijs water en dan de baan op om 100m verder te stoppen voor een tankbeurt, een stuk goedkoper dan in Oostenrijk, zelfs enkele centjes minder dan in België. De eerste bezienswaardigheid van vandaag strekt zich uit van even voorbij Izola tot aan de grens met Kroatië, het zijn de zoutpannen, eerst deze van Strunjan en vervolgens het Sečovlje Salina Natuurpark. Deze zijn ondertussen allen verlaten om dat er tegenwoordig economisch rendabelere manieren zijn gevonden voor de zoutproductie. Dus hier geen hoopjes zout en draaiende gemalen om water op te pompen zoals ik dat in Sicilië zag 2 jaar geleden, maar alleen de vierkantige met dijkjes afgebakende zoutbaden, eenzaam en verlaten met nog enkele ruïnes van de huizen van de families die er eertijds hun geld mee verdienden en er tussen woonden. Tussen beide zoutwinningsgebieden ligt dan nog Piran, volgens de reisgidsen één van de mooiste stadjes aan de Adriatische- en bij uitbreiding Middellandse zee kusten. Er een bezoek aan brengen is echter nog een ander paar mouwen, voor de doorsnee bezoeker met een personenwagen is er voor het binnenrijden van de stad een parking aangelegd, doch motorhomes en of campers zijn niet welkom, en worden zonder pardon teruggestuurd erger nog, blijkbaar ben ik in de voorstad Portoroz een bord verboden voor campers voorbijgereden. Je moet met de camper naar Lucija of Fiesa één van de verderop gelegen dorpjes en dan met openbaar vervoer je weg zoeken naar Piran. Blijkbaar zit men er niet op het geld van de motorhome toerist te wachten. Ik ben al vast van plan om de stad verder links te laten liggen, maar vind dan de weg naar Fiesa, dat eigenlijk aan de andere kant van de berg ligt van Piran. Hier raak ik zelfs tot aan de oude stadsmuren van de stad met enkele indrukwekkende wachttorens. Ik parkeer me op een parking die allen bestemd is voor abonnementshouders, maar gebaar van krommen haas, en als de nood aan de man komt, heb ik gewoon het Sloveense opschrift niet begrepen… . Van op de stadswal die eens het hele schiereiland afsloot van het vasteland, heb ik een prachtig uitzicht over de stad, en van niet eens zo ver. Eigenlijk heb ik hier meer fotomogelijkheden dan in de nauwe wegeltjes in de stad zelf, zo loopt dit toch nog goed af. Zonder opmerkingen van parkeerwachters of politieagenten kan ik even later mijn weg verder zetten.
Nog veel sneller dan verwacht sta ik dan aan de Sloveens-Kroatische grens, waar ik 2x mijn identiteitskaart moet tonen (Slovenië zit in de Schengen zone maar Kroatië (nog) niet). Voor de rest verandert er niet veel, al lijkt het wel dat er hier meer olijfbomen staan, en moet ik niet meer constant met de lichten op rijden zoals in Slovenië (in Kroatië moet dat maar tussen oktober en maart). Ik rijd eerst een stukje het binnenland in om enkele van de mooiste bergdorpjes aan te doen. Het eerst is Grožnjan, een bord verwijst campers en bussen een andere weg op, maar hier is dat geen camperonvriendelijk gebaar, gewoon een verwijzing naar een ruime gratis parking, 150m boven het dorpje. Hier blijkt al gauw dat olijfolie en truffels de specialiteiten van de streek zijn, in elk van de nauwe steegjes is er wel een winkel die één van beide of allebei verkoopt. Ook de plaatselijke honing en keramiek zijn hier overal te koop. In enkele juwelenwinkels worden ook stukken van bloedkoraal aangeboden aan prijzen die op hun beurt stukken van mensen kosten. Het dorpje heeft niet echt een specifieke bezienswaardigheid, maar is gewoon heel pittoresk en nog vrij authentiek met zijn huisjes die nog bijna allemaal binnen de Middeleeuwse vestingmuren staan. In elk steegje vind je weer doorkijkjes en nog smallere paden die een inkijk geven op het alledaagse leven van de mensen hier. Gelukkig zijn er toch enkele dingen van onze moderne tijd doorgesijpeld en van eentje ervan maak ik gebruik: een bankautomaat die in een middeleeuwse gevel ingemetseld staat levert me mijn eerste Kuna’s op. Dat wordt nog even wennen met die rare wisselkoers, alles door 7 delen om de prijzen in Euro te kennen.
Ik stijg opnieuw in mijn camper en zet mijn weg voort, naar Motovun, argwanend want ook weer opgegeven als het mooiste van… . en ja hoor, na heel wat gedoe om de juiste weg te vinden door wegwerkzaamheden en een omleiding die onbestaande blijkt te zijn, bereik ik de voet van de berg waarop het stadje gelegen is en mag daar 25 kuna neertellen voor een parkeerplaats, omdat ik alleen nog maar briefjes van 200 kuna heb kunnen afhalen en ze verlegen zitten om wisselgeld, betaal ik 3€. Het zal niet de laatste keer zijn dat ik merk als je hier in Euro betaald, dat je dan beter af bent! Ik rijd de berg op in kleine versnelling om de 12% hellingsgraad wat gemakkelijker te verteren en word boven prompt teruggestuurd met de opdracht langs de weg te parkeren, gelukkig maar een goede 100m en ook de personenwagens krijgen dezelfde behandeling deze keer. Dit stadje is heel wat gekender end at valt er aan te merken, één op de twee huizen is wel een restaurant of een souvenirwinkel, bovendien is het hier zo vol gebouwd dat je eigenlijk gewoon best over de vestingmuur kan wandelen, het ganse dorp rond. Was ik eerder niet in Grožnjan geweest, dan had ik het best een leuk stadje gevonden, nu steekt het wat te veel af tegen zijn voorganger. Maar als je graag olijfolie, lokale likeur, witte en/of zwarte truffels wil, moet je zeker een kijkje gaan nemen. Om de keramiek, schilderijen en houtsnijwerk (prachtig overigens) niet te vergeten. Op één of andere wijze trekken bergdorpjes altijd kunstenaars aan die er heuse kolonies vormen.
Ik wil nu naar een 3e dorpje en mijn GPS staat er op mij bijna de hele route terug te sturen, daarbij het aantal kilometers meer dan verdubbelend, dan wat ik op mijn planning staan had. Pas als ik aangeef dat de onverharde weg best mag genomen worden, kom ik op het juiste aantal kilometers uit. De onverharde wegel van een auto breed is eerder een gravel weg en zelfs met een gewone wagen wel doenbaar, mits een beetje voorzichtigheid. In het dal kom ik dan weer op het asfalt terecht, doel is nu Pazin, niet zozeer als bergdorpje, ondanks dat het ook in de bergen ligt, maar voor het Kasteel van Pazin dat op de rand van de Pazinska Jama kloof ligt. Hier zet ik mijn camper veiligheidshalve op een parking op enkele 100-den meters van het kasteel, en merk even later dat dit evengoed aan het kasteel zelf had gekund. Voor 30 Kuna mag ik naar hartenlust door het kasteel zwerven waar enkele tentoonstellingen in de kamers ondergebracht zijn, naast enkele origineel ingerichte plaatsen zoals een keuken en een smidse. Het eigenaardigste is de kelderruimte met een groot aantal klokken, neen geen wandklokken, maar de gegoten exemplaren die je in kerktorens terugvind, die voorzien van klepel en al aan rekken tegen de muren hangen. De grot onder het kasteel is alleen te bezoeken met een rondleiding en laat ik maar aan me voorbijgaan, ik zag er trouwens ter plaatste nergens een verwijzing naar.
Ik rijd voor de eerste keer in Kroatië naar de kust, naar de stad Poreč waar in de reisgidsen alleen sprake is van de Eufrasiusbasiliek en de Romeinse Tempels van Jupiter & Mars als bezienswaardigheid. Nochtans blijkt het ommuurde stadsgedeelte ook best de moeite waard, meer zelfs dan de schamele resten van de tempels. 30 Kuna inkom brengt me binnen in het bisschoppelijk paleis en de basiliek waar een groot deel van open gelegd blijkt te zijn en waar de funderingen en mozaïeken van eerdere kerkgebouwen tevoorschijn zijn gekomen. Zelfs in de hoofdbeuk van de basiliek zijn er enkel delen van de vloer opgebroken om een inkijk te geven in de geschiedenis, doch hier zijn het vooral de mozaïeken uit de 6e eeuw die de show stelen boven het altaar. Naast de obligate restaurants en souvenirwinkels zijn er hier ook opvallend veel juweliers te vinden, een ramp voor de verzamelaar(ster)s.
In een supermarkt vul ik mijn mondvoorraad een beetje aan en rijd dan langs de kust verder naar het zuiden. Eerst dacht ik nog tot in Rovinj te rijden, maar ik besluit toch maar te stoppen in Zelena Laguna, de overnachtingplaats die eigenlijk reeds gisteren op de planning stond. Op de grote camping is het rustig, ik wandel het hele stuk terug naar de receptie en het daar aanwezige restaurant (de andere 2 zijn in deze periode vroeger gesloten of geheel dicht) en dat is al bij al een heel eind, dat heb je met van die megacampings natuurlijk. Maar het lekker avondmaal van pepersteak met frietjes gevolgd door een coup vanille ijs en een degustiefje aangeboden door het huis, maken dat helemaal goed. Het blijkt tevens de enige plaats waar het internet werkt, want later in de camper als ik contact wil nemen met het thuisfront, lukt dat niet. Om 23u00 is het uit nmet de rust en kalmte als het nabijgelegen hotel het nodig vind om zijn geluidsinstallatie vol open te draaien. Hopelijk duurt dit niet te lang, maar ik vrees ervoor… .

Donderdag 17 april

Gelukkig heeft de pokkeherrie, zoals onze noorderburen dat noemen, maar een goed uurtje geduurd en is het voor de rest een rustige nacht geweest. Vanmorgen vroeg hoorde ik de kenmerkende tik van de ijskast die opslaat als die op gas staat, als ik even check merk ik dat de 220V inderdaad uit ligt. Ik laat het voorlopig maar zo tot het tijd is om op te staan. Wanneer ik later naar de sanitaire blok ga, is er daar een werkman van de camping met een klusje bezig, ik licht hem in over het probleem en hij belooft er naar te kijken. Tegen dat ik uit de douche kom is de man weg en het probleem opgelost, goede service! Als ik uitcheck hoor ik ook de aanleiding van alle lawaai, in het hotel is er blijkbaar een groep van 150 jongeren, die vandaag vertrekken, en al een hele week ’s avonds aan het fuiven slaan. Tja dan sta je daar met je campingreglement dat alles stil moet zijn vanaf 22u00 natuurlijk… .
Maar goed erg veel last heb ik er niet van gehad en nu ga ik via het Limskikanaal, dat eigenlijk een diep in het land snijdende fjord is, op weg naar Rovinj, al gauw blijkt hier weer een erg camperonvriendelijk klimaat te heersen die alle parkeerplaatsen (zelfs deze gewoon naast de weg) verbieden voor campers en (lichte) vrachtwagens. Na wat toertjes draaien ben ik het beu en zet me gewoon op één van de plaatsen voor personenwagens, per slot van rekening neem ik niet meer plaats in dan een auto en pas ik mooi in het parkeervak. Ik verken het haventje en neem enkel foto’s van de op het rotseiland gelegen stadje, maar wandel er toch niet te ver in. Gezien ik mijn hoofddeksels thuis vergeten ben, schaf ik me hier ook maar ineens een pet aan. Het weer is nog steeds goed, maar als de zon achter een wolk verdwijnt wordt het toch echt wel frisjes, zeker als er wat wind staat. Dus zeul ik steeds een KW mee als windbreker.
Wederom een 35km verder ligt de stad Pula, de grootste van het Istrisch schiereiland, en rijk aan Romeinse ruïnes. Hier geen gedoe met verbodsborden, maar in tegendeel, een heerlijk grote parking aan de voet van het amfitheater en op enkele stappen van het oude centrum. Niet gratis maar alleszins zijn (lage) prijs waard, trouwens bijna overal is het hier aan de kust betalend parkeren. Mijn eerste bezoekje geld natuurlijk het Romeinse amfitheater, het 5e grootste in zijn soort en ongeveer van dezelfde periode als dat van in Rome. Het is toch ongelofelijk wat die Romeinen allemaal opgebouwd hebben in hun tijd, en over welke kennis en technieken zij toen al beschikten, wat het nog onbegrijpelijker maakt dat daarna de donkere middeleeuwen zijn gevolgd, waar het er met heel wat minder comfort en verfijndheid aan toe ging. Misschien om een keer over na te denken, dat onze levensstijl dan toch niet zo onvergankelijk is en de schaal snel kan kantelen naar de andere kant. Zowel van de ellipsvormige van arcades voorzien muur als van de toeschouwertribunes staat er nog een groot deel recht, maar ook van de kwartieren van de gladiatoren en wilde beesten en andere attributen onder de arena is in dit geval heel wat bewaard gebleven, wat eerder zeldzaam is. In een deel ervan is een tentoonstelling over de Romeinse druiventeelt en wijnmakerij in Istrië, de moeite van een bezoekje waard met druivenpersen allerhande en amfora’s om het afgewerkte product in te bewaren en zelfs een replica van een oude Romeinse kar om ze te vervoeren.
Na het afronden van het bezoek aan het amfitheater ga ik op weg naar de oude stad, ik volg eerst de boulevard langs de haven en geniet van de bedrijvigheid van een werkende haven naast de rust van de wiegende plezierbootjes in de jachthaven. Een deel van de gebouwen die hier als het ware de muur rond de stad vormen zijn op zichzelf al bezienswaardig al staan ze dan in geen enkel gids opgenomen. De Kathedraal is dan weer vrij sober aan de buitenkant, met uitzondering van de voorgevel, die strak maar wel mooi is. De klokkentoren staat er los van op enkele meters afstand. Nog wat verderop is de Tempel van Augustus een vrij rechthoekige blok met weinig overblijvende charmes, of het moesten de zuilen aan de ingang zijn. De andere Romeinse staaltjes bouwkunst in gedachte, is het duidelijk dat de eeuwen niet zacht zijn geweest, en vooral de Wereldoorlogen niet, die heel wat gebouwen hier platbombardeerden, zodat heel veel terug diende opgebouwd worden. Het aangrenzende plein met terrasjes is dan wel heel erg charmant en ook de huizen eromheen met de mooie gevels. Even verderop werd half onder een nieuwbouw, blijkbaar ook een puntgave mozaïekvloer ontdekt en bewaard. Ik dwaal een beetje af van het parcours met bezienswaardigheden en ontdek nog andere pareltjes van huizen, waarschijnlijk eens paleizen van de gegoede burgers, maar kom uiteindelijk toch bij de Triomfboog van Sergius uit. Een klim naar het hoogste punt van de oude stad brengt me bij de citadel, waarin het historisch museum is gehuisvest, doch ik houd het op een wandeling rond de vestingmuren. Vervolgens volg ik een stuk van de oude Romeinse muur die tegenwoordig de stad in twee deelt, en wandel voorbij zowel de Herculespoort als de Tweelingpoort, terug naar het amfitheater. Ik eet nog snel een boterham en betaal daarna amper 16 kuna (+/- 2,3 €) voor bijna 4 uur parkeren.
Ik heb nu bijna het uiterste zuidelijke punt van Istrië bereikt, met uitzondering van het schiereiland Kamenjak, en keer opnieuw noordwaarts naar Labin. In dit bergstadje ligt de parking voor bussen en motorhomes toch al gauw een kilometer van het stadje zelf af, maar ik vind nog genoeg plaats op de parking van personenwagens, een beetje verscholen achter een boom en het verbodsbord voor campers helemaal niet opgemerkt. Enkele trappen af en ik sta voor de ingangspoort van de ommuurde stad. Maar ik zou mezelf niet zijn als ik langs de hoofdpoort binnen ga, en kies weer voor een wirwar van kleine steegjes, zo breed dat je met de armen gespreid de muren aan beide kanten kan raken. Het dorpje beschikt weer over verschillende Venetiaanse en Barokke stadspaleizen, maar zoals ik reeds eerder zei, je moet je daar geen koninklijk paleis bij voorstellen, meer grote herenhuizen, doch niet alleenstaand, met imposante gevels en zelfs dat niet altijd (meer). Binnenin zullen deze best wel uitgepuild hebben van de luxe, maar de vervallen buitenkant geeft al aan dat daarvan niet veel meer over zal zijn. In vele gevallen zijn ze trouwens in gebruik als administratieve gebouwen, kantoren zeg maar. Het is leuk om rond te struinen in dergelijke bergdorpjes, maar er wonen lijkt me toch nog een andere zaak, zowel qua bereikbaarheid (de bewoners moeten ook hun auto kwijt op een parking buiten de stadsmuren) als comfort. Een kinderbuggie heeft hier echt terreinbanden nodig, en de smalle stenen die op hun kant naast elkaar het wegdek uitmaken, geven elke kasseistrook van Parijs-Roubaix het nakijken, hier overleeft geen enkele fietstube, hier blijft geen enkel renner recht! Wat me er trouwens aan doet denken, ondanks het toch wel erg bergachtige terrein, rijden er hier overal veel wielertoeristen rond, iets wat ik in Slovenië bijna niet zag.
Terug bij de camper, rijd ik hier langs de minder toeristische, maar spectaculairdere oostkust van het schiereiland naar Brestova. Heel wat hellingen en afdalingen met de nodige haarspeldbochten later sta ik aan te schuiven voor de ferry naar het eiland Cres. Jammer genoeg duurt dat nog 1,5 uur en ik besluit dan maar om alvast in de snackbar ter plaatse een Pizza picanté te eten, en pikant was die. Om 18u30 meert de ferry aan en rijden we aan boord, wij dat zijn een 4-tal campers, een wagen met caravan en dan nog een aantalpersonenwagens. Op het eiland Cres volgen we allen dezelfde route (kan ook moeilijk anders gezien het zowat de enige is in dit zuidelijke deel, die langs de flanken van dit wel erg rotsachtige eiland loopt met fraaie uitzichten op de baaien diep onder ons, niet voor mensen met hoogtevrees, vooral omdat de weg veelal, juist of juist niet te smal is, om een tegenligger te passeren. Vervolgens staan we met zijn allen aan dezelfde receptie van Camp Kovacine om in te checken. Ook hier weer een camping zo groot dat je een stratenplan nodig hebt om je weg er te vinden, maar gezien de tijd van het jaar nog erg leeg. En wat voor mij persoonlijk toch wel prettig is, nog geen randanimatie voorzien. Ik zoek me een strategische plek uit, waar de kans op een goede wifi verbinding wat groter is, niet te ver, maar ook niet te dicht bij een sanitaire blok. Morgen een ganse dag het eiland verkennen, en de eerste indrukken zijn best wel aardig.

Yohani :P

_________________
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/


Omhoog
 Profiel  
 
WAARSCHUWING

Deze thread heeft 16 replies

Je moet een geregistreerde gebruiker en/of ingelogd zijn om verdere reacties te lezen.


Registratie is eenvoudig en automatisch
Omhoog
Geef de vorige berichten weer:  Sorteer op  
Plaats een nieuw onderwerp Antwoord op onderwerp  [ 17 berichten ] 

Alle tijden zijn GMT [ Zomertijd ]


Wie is er online

Gebruikers op dit forum: hnaeyaert


Je mag geen nieuwe onderwerpen in dit forum plaatsen
Je mag niet antwoorden op een onderwerp in dit forum
Je mag je berichten in dit forum niet wijzigen
Je mag je berichten niet uit dit forum verwijderen

Ga naar:  
Powered by phpBB © 2000, 2002, 2005, 2007 phpBB Group
phpBB.nl Vertaling